Daarom grondwerk

Kom ik weer met mijn leadrope! In dit blog wil ik het belang onderstrepen van grondwerk als onderdeel van de basistraining van ieder paard, ongeacht de discipline of de ambitie van de ruiter. Onder grondwerk versta ik in dit blog het onbelast trainen van een paard, anders dan werk aan de longe, de dubbele longe of de dubbele lange lijnen. Er bestaan verschillende methodes van grondwerk, maar steeds gaat het om het trainen van vertrouwen, gehoorzaamheid, lenigheid, balans en coördinatie waarbij systematisch gebruik wordt gemaakt van de leerprincipes. Over het algemeen zie je niet vaak dat sportruiters met hun paard gaan grondwerken. Grondwerk mist nou net dat showelement wat dressuur of reining zo aantrekkelijk maakt. En spectaculair zoals springen en eventing is het ook niet bepaald. Het kan ook nooit echt moeilijk zijn, want het ziet er best suf uit, en we willen juist prestéren in de sport! Intensief trainen, elke dag een betere ruiter worden dan gisteren, ons paard verbeteren …. zo werkt het toch? In de sport?!

Inderdaad, zo werkt het. Ik vind het ook heerlijk om met mijn laklaarzen tussen de witte hekjes te rijden. En daarom pak ik toch geregeld weer die leadrope uit de kast. Met mijn freestyle halster. Hieronder geef ik je 5 redenen waarom grondwerk naar mijn mening deel mag uitmaken van een goede basistraining.

Reden 1: Wijken voor druk
In mijn vorige blog over trainingsaspecten heb ik uitgebreid uiteengezet aan wat de gevolgen zijn van het gegeven dat het paard een prooidier is. De gevolgen die we in het gewone paardenleven het meest ervaren zijn de vluchtreactie bij niet fysieke druk (zoals geritsel in de struiken, waarop het paard wegschiet) of tegen de druk in bewegen bij fysieke druk (tegen het been zijn, gaan hangen aan het halster). Beide reacties zijn te neutraliseren in het grondwerk, maar ik beperk me in deze alinea even tot het aanleren van gedrag dat voorkómt dat mijn paard tegen de druk in beweegt: ik leer hem namelijk het omgekeerde: ik leer hem simpelweg te wijken voor druk!

Nou ja, simpelweg …. een systematische aanpak met een trainingsdoel en een trainingsplan is wel belangrijk om voor ogen te hebben, maar dat is echt iets voor de praktijk, niet voor een blog.

Wat is nou precies wijken voor druk? Wanneer we praten over wijken voor druk, praten we eigenlijk over het leerprincipe negatieve bekrachtiging: we leren het paard iets aan door een vraag te stellen in de vorm van fysieke druk (via de leadrope) die direct wegvalt zodra het paard het goede antwoord geeft: het gewenste gedrag laat zien. Dat kan een pasje achterwaarts zijn, maar ook een pas opzij, en ook meerdere passen opzij net als bij wijken voor het been. Het kan echter ook stelling zijn, buiging, overgangen, halthouden, kortom alles wat we een paard aanleren. We beginnen met enkelvoudige oefeningen – zoals hierboven genoemd – maar we kunnen al die elementen samenvoegen tot complexe oefeningen in een later stadium, zoals bij een keertwending waarbij stelling, buiging en zijwaarts stappen gecombineerd worden.

Maar deze dingen kun je ook toch gewoon onder het zadel aanleren? Zeker, dat kan. Maar een (jong) paard dat het principe “wijken voor druk” al heeft ervaren in een stressvrije situatie zonder belasting op de rug, zal dit principe zijn hele leven lang, vanzelfsprekender generaliseren naar àlle nieuwe situaties waarin druk wordt toegepas. Dus ook onder het zadel. Nieuwe oefeningen worden een stuk simpeler.

Reden 2: Desensibilisatie
Velen van ons hebben een heet sportpaard dat overal van schrikt. Dat zijn op zich fijne paarden om mee te werken, ze hebben veel go en je kan er lekker mee showen en presteren. Maar ze schrikken wel vaak, bij ieder ritseltje en net natuurlijk bij dat juryhok. Het is dus niet altijd ideaal, zo’n rilbok. En er moet altijd iemand mee, op wedstrijd, of naar de dierenarts, want in je eentje is hij niet te houden. En bij het scheren moeten we hem toch altijd wat sederen, anders ontploft hij. Het is niet anders, elke crack is een gek.

Is dat zo? Is het niet anders? Zoals we in het aanleren van wijken voor druk gebruik maken van negatieve bekrachtiging, zo doen we dat bij desensibilisatie ook. We gaan gewoon een stapje verder. In plaats van lichte druk uit te oefenen op de leadrope, bieden we deze keer fysieke druk aan in de vorm van een eng voorwerp dat we tegen het lijf houden: een longeerzweep, een paraplu, een scheerapparaat… De kunst is om dit systematisch op te bouwen, goed te doseren en vooral het weghalen van de druk op het juiste moment te timen, dus er komt nogal wat techniek bij kijken. Het effect is een paard dat nog wel zijn scherpte heeft, maar niet meer gestrest raakt van allerlei onbekende prikkels.

Reden 3: Gehoorzaamheid
Bij bepaalde oefeningen in het grondwerk gebruiken we nauwelijks fysieke druk. De belangrijkste oefening hierbij is leiden, volgen en halthouden. Een oefening die er heel simpel uitziet – je loopt namelijk met een paard aan een touwtje – maar die grote concentratie van het paard vraagt, en daarmee voor het paard intensief is. Bij deze oefening volgt het paard mij, zowel achter mij aan, welke richting ik op ga, en in het tempo dat ik aangeef. Ik sleur hem niet mee, en ik hou hem ook niet tegen, maar met mijn houding en positie ten opzichte van het paard, bepaal ik het tempo en de richting. En als ik ga stilstaan, staat het paard ook direct stil, en wacht net zo lang tot ik weer in beweging kom én hem uitnodig om mee te komen. Da’s handig bij de dierenarts, de smid, de bitfitter, de zadelpasser, de osteopaat en noem maar op! Zeker als je het ook hebt gecombineerd met de desensibilisatie-oefeningen, krijg je dus een paard dat in allerlei situaties rustig blijft en met zijn aandacht bij jou! Een paard dat jou overal volgt, of je nou een poetsplaats oploopt, een trailer of een aquatrainer. Bij mij begint het grondwerk al zodra ik de boxdeur opendoe om mijn paard eruit te halen ….

Reden 4: Gymnastisering
Veel oefeningen in het grondwerk zijn hetzelfde als onder het zadel. Cirkels, achterwaarts, van hand veranderen, schouderbinnenwaarts, keertwendingen …. Al deze oefeningen hebben hun specifieke effect op de beweging van de gewrichten van het paard, de lengte van de spieren, de ontwikkeling van de spieren, de lichaamshouding van het paard, de souplesse, de coördinatie van de beenzetting, de balans over vier benen. Omdat we deze dressuuroefeningen in het grondwerk in stap uitvoeren, kun je ervoor zorgen dat al deze aspecten aandacht krijgen zodat je het paard optimaal gymnastiseert. Deze “low impact” training ondersteunt de uitvoering onder het zadel: niet alleen faciliteer je de souplesse en het gemak waarmee het paard de oefeningen uitvoert, ook train je de coördinatie heel aandachtig zodat het bewegingspatroon dat bij de oefeningen hoort, bevestigd wordt. Het toevoegen van cavaletti aan je grondwerkoefeningen – op een rechte lijn of op een cirkel; in stap én draf– kan ook een waardevolle gymnastisering bieden: je kunt de paslengte beïnvloeden, de buiging in de gewrichten van de benen doen toenemen én je vergroot de beweeglijkheid van de wervelkolom doordat de grotere, verhevener passen die worden gevraagd bij gebruik van cavaletti, meer flexie en extensie van de wervelkolom met zich meebrengen.

Reden 5: Revalidatie
Je hoopt het niet, maar stel dat je paard geblesseerd raakt …… een peesblessure …… arbeid onder het zadel zit er voorlopig niet in! Longeren kan ook niet, want werken op een cirkel is niet goed voor het herstel van een peesblessure. Dat wordt stappen aan de hand op het harde! Heen en weer stappen wordt een stuk leuker als je er de basisoefeningen aan toevoegt van het grondwerk: leiden, volgen en halthouden, zoals boven. Bovendien train je zo gehoorzaamheid en dat is wel zo prettig als je regelmatig naar de dierenarts moet. In een later stadium van revalidatie, kun je al weer beginnen met het “low impact” uitvoeren van meer complexere oefeningen uit het grondwerk zodat je al meer kunt werken aan souplesse, balans en coördinatie. Deze fysieke aspecten nemen snel af als een paard geblesseerd is. Maar ze vormen wel een heel belangrijke voorwaarde voor de optimale bewegingskwaliteit zodra je weer mag rijden onder het zadel. Zonder souplesse, balans en coördinatie worden paarden loperig: ze bewegen in een te hoog tempo, ze maken taktfouten en gaan zonder buiging scheef door de bocht. Hierdoor wordt juist de kans op een terugval of een nieuwe blessure vergroot. Grondwerk kan dus zeker bijdragen aan het succes van een revalidatietraject.

Mocht je na het lezen van dit blog overtuigd zijn van de waarde van grondwerk, adviseer ik je de website van Horseconnect te raadplegen voor instructeurs bij jou in de buurt, die je hierbij kunnen ondersteunen. Mijn kun je bereiken via info@horsesinhands.nl