Verzorging van gebit

Het paardengebit is aangepast aan het vermalen van vezelrijk, grof, langstengelig ruwvoer. In de Nederlandse paardenhouderij worden paarden gevoerd met gras, hooi of voordroogkuil met een veel fijnere structuur waardoor tanden en kiezen niet voldoende afslijten. Bovendien is het paardengebit hypsodont: dat betekent dat tanden en kiezen gedurende het leven blijven groeien.

Door deze groei en het onvoldoende afslijten van de tanden en kiezen, ontstaan er gebitsveranderingen: enamelpunten, golven en/of haken. Deze gebitsveranderingen belemmeren allereerst de functie van het kaakgewricht waardoor het paard moeite krijgt met nageven. Via spierverbindingen breiden deze klachten zich uiteindelijk uit tot een beperkte motoriek van het hele lichaam.

Paardentandarts
Het is daarom belangrijk om het paardengebit minimaal 1 keer per jaar te laten behandelen door een paardentandarts. Paardentandartsen zijn dierenartsen met een specialisatie tot paardentandarts. Zij werken met elektrisch gereedschap om gebitsveranderingen te normaliseren, waaronder de haakvorming op de achterste kiezen.