Gedrag

Wanneer over paardengedrag gesproken wordt, gaat het dikwijls over ongewenst gedrag. In de stalgangen vang je dan uitspraken op als “hij had er geen zin in vandaag” of “hij nam me toch in de maling”. Vaak wordt dit gedrag gekwalificeerd als “pubergedrag” wanneer het een 4-jarige of 5-jarige betreft.

Natuurlijk gedrag
Paarden zijn echter helemaal niet toegerust om met bepaalde intenties gedrag wel of niet te laten zien: als prooidier zijn ze 100% reactief ingesteld. Dat wil zeggen dat paardengedrag altijd een reactie is op prikkels uit de omgeving (ritselende geluiden, vreemde objecten, hulpen van de ruiter of de handler) of op prikkels uit het eigen lijf (pijn, ongemak, honger, dorst, hormonen).

Flight, Fight, Freeze, Faint
Een 4- of 5- jarig paard is niet in de puberteit: hij of zij is immers allang geslachtsrijp. Wel kan het zijn dat het paard anders gaat reageren op prikkels uit de omgeving of uit het eigen lijf omdat hij meer temperament heeft ontwikkeld, meer spierkracht of meer conditie. Natuurlijk gedrag van paarden is gericht op handhaving van het lichaam en handhaving van de soort. Angst is voor een prooidier uitermate functioneel en veel prikkels wekken dan ook angst op, ook prikkels waarvan wij als mensen niet verblikken of verblozen. Paarden vertonen in de aanwezigheid van angstopwekkende prikkels achtereenvolgens de volgende reacties: Flight, Fight, Freeze en Faint.

Aangeleerd gedrag
Ook aangeleerd gedrag past binnen deze natuurlijke gedragsmechanismen. Het gaat dan om gedrag waarvan het paard geleerd heeft dat het hem succes oplevert in een bepaalde situatie.

In trainingssituaties maken we gebruik van de vluchtreactie, de Flight. Zo heeft een paard dat scherp aan het been is, geleerd dat de kuithulp (de prikkel) verdwijnt zodra het paard het gewenste gedrag vertoont, bijvoorbeeld aandraven of wijken. Het verdwijnen van de kuit levert hem een prettig gevoel (succes) op en dus is het paard gemotiveerd om het gedrag te herhalen in alle vergelijkbare situaties. Een consequente ruiter met verstand van leerprincipes is wel een vereiste om dit gedrag aan te leren en in stand te houden.

Ongewenst gedrag
Gedrag dat wij niet gewenst vinden, heeft eveneens kenmerken van de Flight, de Fight, de Freeze en in extreme gevallen de Faint. Wanneer dat gedrag risico’s oplevert voor de veiligheid van de ruiter of het paard, zoals bokken of steigeren (fight) of wanneer het de eigenaar irriteert, zoals het stokstijf stilstaan voor de ingang van de trailer (freeze), spreken we van probleemgedrag.

Learned helplessness
Ander ongewenst gedrag doet zich voor wanneer het paard is opgeleid of wordt bereden zonder inachtneming van de leerprincipes. Zulke paarden hebben niet geleerd met welk gedrag ze de ruiterhulpen kunnen doen verdwijnen, waardoor ze lethargisch worden: ze reageren nergens meer op en ondergaan de kuithulpen en teugelhulpen gelaten. Zulke paarden verkeren in een staat van learned helplessness. Het zijn meestal trage paarden die als uiterst braaf bekend staan. Eigenaren kunnen soms wanhopig zijn en hun toevlucht kiezen in scherpere sporen of meer zweepgebruik, wat het probleem alleen maar versterkt. Het opnieuw aanleren van de ruiterhulpen is dan de enige oplossing.