5 tips om ‘t risico op blessures te verkleinen

Deze herinnering kreeg ik van Facebook. Let in de video in deze blog vooral op de grote vos, Hästens. Na zijn revalidatietraject van twee jaar galoppeerde hij weer lekker in de wei (en onder het zadel)! Je kan dus wel zeggen dat het revalidatietraject geslaagd is.



Moet een revalidatietraject altijd 2 jaar duren?


Nee hoor zeker niet! Hästens was ten tijde van de aankoop een heftig paard dat geen ruiter op zijn rug liet zitten. Een complexe verzameling van ontstekingen in zijn lichaam als gevolg van overbelasting op jonge leeftijd was hiervan de oorzaak. Het duurde simpelweg een hele tijd voordat alle ontstekingen genezen waren. Hiervoor was behandeling door de dierenarts nodig, én rust maar ook specifieke training: revalidatietraining.

De mix van deze drie ingrediënten (dierenarts, rust, revalidatietraining) bepaalt het succes van het revalidatietraject: laat de dierenarts weg, en de ontstekingen brengen op den duur botveranderingen teweeg, laat de rust weg en het paard geneest niet, laat de revalidatietraining weg en het paard geneest weliswaar maar niet op de functionele manier: het paard is dan niet meer geschikt als rijpaard en zeker niet als sportpaard. De hoeveelheid aan blessures die Hästens had, maakte zijn revalidatietraject zo lang.

Hieronder deel ik graag vijf tips en inzichten kun je het risico op blessures en langdurige revalidatie aanzienlijk verkleinen:

  1. Accepteer dat je paard geblesseerd kan raken. In de wei, onder het zadel, het overkomt alle paardeneigenaren wel eens een keer. Maar bel bij een kreupel paard altijd de dierenarts. Kijk het niet een tijdje aan, vraag het niet aan je stalgenoten: een verkeerde interpretatie van de aandoening leidt mogelijk tot verkeerde handelingen. Je hebt een diagnose nodig om te weten welke stappen gezet moeten worden voor het herstel van je paard. Bel in de acute fase, voorkom dat het probleem chronisch wordt. Bij tijdig ingrijpen door een dierenarts, is het paard in de meeste gevallen weer snel en goed genezen. Wordt de keuze om de dierenarts wel of niet te betalen bepaald door financiële overwegingen, wees dan eerlijk naar jezelf en je paard, en sluit een verzekering af. Zie ook 5. Management.

  2. Een paard dat bokt, steigert, niet voorwaarts wil of altijd maar de oren in de nek heeft, is niet stout of moeilijk. Zo’n paard heeft gewoon (chronisch) pijn. “Konden ze maar praten”, zeggen mensen, “dan wisten we waarom hij altijd zo doet”. Maar hij práát al! Dit gedrag is paardentaal voor “ik heb pijn”.  De dierenarts vertaalt deze boodschap in beeld en diagnostiek. Dan wéét je dus waarom het paard zo doet. Vaak wordt in zulke gevallen eerst een gedragstherapeut ingeschakeld. Dat is prima, maar verzeker je zelf ervan dat je te maken hebt met een gediplomeerd gedragstherapeut met een gedegen achtergrond. Deze zal je namelijk eerst doorverwijzen naar een dierenarts in zo’n geval.

  3. Als je paard geblesseerd is en moet revalideren, stel jezelf dan de vraag of je over voldoende trainersvaardigheden beschikt om je paard functioneel te laten herstellen. Als je het lastig vindt om te beoordelen of je paard verticaal en horizontaal goed in balans loopt, als je je zelf afvraagt hoe je de juiste spiergroepen sterk maakt, laat jezelf dan bijstaan door een gediplomeerd revalidatietrainer. Let op: effectief stappen aan de hand is méér dan wandelen met je paard. De bedoeling kan bijvoorbeeld zijn dat de vezels van het zich herstellende weefsel op de juiste manier rangschikken. Je revalidatietrainer kan hier meer over vertellen.

  4. Voorkomen is beter dan genezen. Voorkom overbelasting. 7 Dagen in de week hetzelfde uurtje in de bak rijden is niet hetzelfde als trainen en bovendien een formule voor overbelasting en blessures. Ook als je lichte arbeid doet. Sterker nog; juist als je lichte arbeid vraagt. Zorg voor een effectief trainingsplan waarin intensieve arbeid wordt afgewisseld met hersteltraining en rust. Vind je het moeilijk om te bepalen wat voor jouw paard effectief is? Schakel dan een instructeur in die thuis is in de sportfysiologie, bijvoorbeeld iemand die de opleiding heeft gevolgd bij Carolien Munsters.

  5. Manage je paard”! Bedenk voordat je een paard koopt, dat de kosten voor stalling niet gelijk staan aan de kosten die verbonden zijn aan het houden van een paard. De stallingskosten komen maandelijks terug en zijn alleen maar een vermindering van je besteedbaar inkomen. De werkelijke kosten voor een paard komen daar bovenop! Goed passend harnachement, elke 6 à 8 weken de hoefsmid, begeleiding door een goed opgeleide instructeur en preventieve behandelingen door een fysiotherapeut, osteopaat, chiropractor of sportmasseur behoren tot het gewone management van een paard om een paard gezond te houden. Reserveer dus maandelijks gerust een paar honderd euro om ook deze kosten te kunnen betalen. Voor dierenartskosten kan het raadzaam zijn om een verzekering af te sluiten. Voorkom dat je gedwongen wordt om afscheid te moeten nemen van je paard omdat je de rekeningen niet meer kan betalen!

Mocht je desondanks toch een keer te maken krijgen met een blessure, accepteer dan dat het herstel en de revalidatie soms meer tijd nodig heeft dan je lief is. Maar in de regel geldt wel: hoe eerder je aan de bel trekt, hoe sneller het paard weer op zijn oude niveau is.

Goed voelen, goed kijken, misschien wel luisteren naar je (onderbuik)gevoel is essentieel om kleine veranderingen op te merken!


Wegredeneren, bagatelliseren, ontkennen van zulke veranderingen om wat voor reden dan ook, leidt tot zo’n verhaal als Hästens. Dan kost het op een gegeven moment twee jaar om te herstellen en € 100.000,00. Maar hij galoppeert wel hier!

Veel leeftijdsgenoten van Hästens, jong en veelbelovend, galopperen al lang aan gene zijde over de eeuwige weides. Er werd veel van hen verwacht maar tijd en geld ontbrak om te voorkomen dat ze overbelast raakten, laat staan om te kunnen herstellen. En er zullen er best zijn die zeggen: “maar je gaat toch geen twee jaar en een ton investeren om een paard te laten herstellen, het is maar een paard”. Ik vind echter: “zó ga je niet met leven om”.

En daarom heb ik het wel geïnvesteerd, zodat Hästens zijn verhaal kon vertellen en jullie er je voordeel mee kunnen doen.

Wees gewoon zuinig op ze.